Er was eens een vroeg-middeleeuwse monnik met de kwaliteiten van een hedendaagse grafisch ontwerper. Deze monnik heeft iets heel moderns uitgevonden. Je zou het een naamstempel kunnen noemen, een signatuur, een tag.
Karel de Grote, een belangrijke leider van het vroege Europa, kon niet lezen of schrijven. Wat heel normaal was in die dagen. Hij moest wel heel vaak zijn handtekening zetten onder edicten, wetten enzovoorts.
Voorgenoemde monnik had een handtekening ontwikkeld, waarbij Karel de Grote nog slechts twee kleine lijntjes hoefde te tekenen, om het document rechtsgeldigheid te verlenen.
Grafisch heel knap, snel en efficiënt. Het doet een beetje denken aan de tags die je tegenwoordig kunt vinden op muren, schuttingen en inmiddels ook in musea: de handtekening van een graffiti kunstenaar. In de beginjaren van de straatkunst was het schilderen met verfbussen op gebouwen streng verboden en dus moest de kunstenaar zijn handtekening heel snel op de muur kunnen spuiten. En hard weglopen. Die handtekening moest dus eenvoudig, origineel en goed herkenbaar zijn.
De leerlingen van groep 5/6 moesten onder tijdsdruk en zonder gum heel snel een eigen tag ontwerpen. Zoeken naar lettervormen, artiestennamen, kleuren. Vervolgens met acrylverf op een bijzondere ondergrond schilderen. Dat was best grensverleggend. Er zijn prachtige schilderingen ontstaan.
Nog even dit: ook vandaag de dag mag je niet zomaar overal met de spuitbus aan de slag. Er zijn wel steeds meer uitgewezen plekken, waar dat wel mag. Sommige mensen laten hun garagedeuren beschilderen door graffiti kunstenaars, of de schuttingen rond grote bouwplaatsen worden met veel kleur verfraaid.
Geen graffiti zonder gravity!!