De kinderen van groep 5/6 vinden het vak aardrijkskunde erg leuk en dan vooral het onderdeel topografie. Door het bestuderen van de landkaart tijdens verschillende lessen ontdekken de kinderen steeds iets nieuws en leren ze ook de provincies, hoofdsteden en belangrijke wateren van Nederland uit het hoofd.
Engels ’What’s the weather like in the Netherlands?’
Voor het vak Engels moeten de kinderen de kaart van Nederland zelf tekenen. Hoe ziet Nederland er eigenlijk precies uit? Welke vorm hebben de provincies? Grenst deze provincie aan één of misschien aan meerdere provincies?
Wanneer de kinderen de kaart van Nederland getekend hebben, gaan ze in elke provincie symbolen tekenen die passen bij een weersvoorspelling. Kun je nu in het Engels vertellen welk weer het wordt? Welke hoofdstad krijgt prachtig weer en in welke hoofdstad kun je deze week misschien beter niet komen als je niet van regen houdt?
Suriname
Tijdens het project Suriname hebben de kinderen de wereldkaart al regelmatig bestudeerd. Waar ligt Suriname op de wereldkaart en waar Nederland? Dankzij het boek ’Anansi Surinaamse volksverhalen’ leren we over de geschiedenis van Suriname. Waar ligt het werelddeel Afrika op de wereldkaart?
Anansi reist in één van de eerste verhalen naar de Sahara. Op de wereldkaart hebben we de reis van de spin Anansi gevolgd. Via een list is de zoon van Anansi, ook Anansi genaamd, in Suriname aangekomen. Op dit moment woont Anansi door een volgende list in het paleis van de koning.
Topografie toets
Vrijdag de 8e krijgen de kinderen van groep 5/6 een topografietoets over de kaart van Nederland. Op school leren de kinderen hoe ze kunnen leren. Hoe weet je welke provincies, hoofdsteden en belangrijke wateren er in Nederland zijn? Hoe onthoud je waar deze liggen? Weet je al meer plaatsen of eilanden aan te wijzen dan je hoeft te leren?
Met behulp van de toets bekijken de kinderen hoeveel ze hebben onthouden van het oefenen op school. De ene leerling zal een toets maken van alleen de provincies van Nederland en de ander een toets met provincies, hoofdsteden, wateren en de eilanden.
Het doel is dat je leert leren en steeds een stukje meer weet dan gisteren.
Na het maken van de toets bespreek ik ook met de kinderen wat er volgens hen goed ging. Waar zijn ze trots op? Wat willen ze de volgende keer anders doen? Van wie hebben ze hiervoor hulp nodig?
Door middel van de topografie van Nederland leren de kinderen leren en reflecteren.